Belastingboxen, schijven en tarieven
Zoals velen waarschijnlijk al hebben vernomen is het weer tijd voor de inkomsten belastingaangifte 2023. Iedereen die op Nederlands grondgebied woont of inkomsten heeft uit Nederland moet inkomstenbelasting betalen. Met de opbrengst van de inkomstenbelasting investeert de overheid in onder andere rechtspraak en uitkeringen.
Alle soorten inkomsten worden ondergebracht in drie boxen, die allemaal aparte tarieven hebben. Je kunt je belastbaar inkomen verminderen met aftrekposten en heffingskortingen (zie onder).
Wil je graag meer te weten komen over de aangifte inkomstenbelasting voor respectievelijk ondernemers en particulieren? Lees dan onze uitgebreide dossiers "Ondernemers en de inkomstenbelasting" en "Particulieren en de inkomstenbelasting".
Als je in Nederland inkomsten heeft uit werk en woning, dan moet je premies betalen voor de volksverzekeringen:
De volksverzekeringen - AOW (Algemene Ouderdomswet): voorziet het basispensioen; - Anw (Algemene nabestaandenwet): zorgt voor het recht op uitkering als een partner overlijdt; - Wlz (Wet langdurige zorg): verzekert de betaling van bijzondere ziektekosten voor mensen die een langdurige en intensieve behandeling moeten ondergaan. |
Je mag je inkomen uit werk en woning (het belastbaar loon) verminderen met eventuele aftrekposten. Onder meer studie- en ziektekosten, giften, hypotheekrente en de reisaftrek voor het openbaar vervoer kunnen van toepassing zijn op je inkomen uit box 1.
De belasting die je betaald hangt af van je inkomen en wordt berekend over het overblijvende bedrag (het belastbaar inkomen). Als men dat resultaat vermindert met alle heffingskortingen waar je volgens de aanslag recht op heeft (zie onder), dan komt je uit op de belasting die je effectief moet betalen. Hoe hoger je inkomen, hoe meer belastingen en sociale premies je moet betalen. Ook de woz waarde van een eigen woning speelt mee bij hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald. Hoeveel belasting er dus uiteindelijk moet worden betaald hangt af van meerdere factoren.
De Belastingdienst onderscheidt in box 1 vier verschillende schijven (2023).
Tarieven en schijven
Bereikte je in 2023 nog niet de AOW-leeftijd?
Schijf | Inkomen | Percentage |
1 | tot €37.149 | 19,03% |
2 | vanaf €37.149 - €73.031 | 36,93% |
3 | vanaf €73.031 | 49,50% |
Deze percentages gelden echter niet meer zodra je de AOW-leeftijd bereikt. Dat getal verandert sinds 1 januari 2013 ieder jaar – voor 2023 is het vastgesteld op 66 jaar en 10 maanden.
Bereikte je in 2023 de AOW-leeftijd?
Je bereikte in 2023 de AOW-leeftijd in de maand | Percentage schijf 1 (t.e.m. €37.149) |
Januari | 19,03% |
Februari | 20,52% |
Maart | 22,01% |
April | 23,51% |
Mei | 25,00% |
Juni | 26,49% |
Juli | 27,98% |
Augustus | 29,47% |
September | 30,96% |
Oktober | 32,46% |
November | 33,95% |
December | 35,44% |
Schijf | Belastbaar inkomen | Percentage |
2 | €37.149 - €73.031 | 36,93% |
3 | vanaf €73.031 | 49,50% |
Bereikte je de AOW-leeftijd vóór 2023?
In dat geval geldt één van de volgende tabellen, gebaseerd op je geboortedatum.
Je bent geboren vóór 1 januari 1946
Schijf | Belastbaar inkomen | Percentage |
1 | tot €38.703 | 19,03% |
2 | vanaf €38.703 - €73.031 | 36,93% |
3 | vanaf €73.031 | 49,50% |
Je bent geboren op of na 1 januari 1946
Schijf | Belastbaar inkomen | Percentage |
1 | tot €37.149 | 19,03% |
2 | vanaf €37.149 - €73.031 | 36,93% |
3 | vanaf €73.031 | 49,50% |
De tarieven voor 2022 vindt je hier.
Heffingskortingen
Je kunt je belastbaar inkomen verminderen met behulp van heffingskortingen. Afhankelijk van je persoonlijke situatie (bijv. of je al dan niet een baan, echtgenoot of kinderen heeft), heb je recht op één of meerdere heffingskortingen:
Heffingskortingen - de algemene heffingskorting* - de arbeidskorting* - de werkbonus (vervallen sinds 1 januari 2018) - de inkomensafhankelijke combinatiekorting* - heffingskortingen voor AOW-gerechtigden: de ouderenkorting en de alleenstaandeouderenkorting - de jonggehandicaptenkorting - de levensloopverlofkorting* - de heffingskorting voor groene beleggingen |
De kortingen gemarkeerd met * kunnen ook (gedeeltelijk) uitbetaald worden.
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning
Box 1 omvat onder andere het inkomen uit loondienst, zelfstandig ondernemerschap, resultaat uit overige werkzaamheden en de eigen woning. In box 1 worden de bruto inkomsten verminderd met aftrekposten zoals hypotheekrente, studiekosten en zorgkosten. Het resterende bedrag, ook wel het belastbare inkomen genoemd, wordt belast volgens het progressieve oplopend tarief, wat betekent dat het belastingpercentage stijgt naarmate het inkomen hoger wordt. De inkomstenbelasting die verschuldigd is in box 1 wordt ingehouden op het salaris of dient achteraf te worden betaald bij het indienen van de aangifte inkomstenbelasting.
Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Bezit je minstens 5% van de aandelen, opties of winstbewijzen van een binnen- of buitenlandse vennootschap of coöperatie (NV, BV, etc.) – al dan niet samen met een fiscale partner? Dan betaal je 25% belasting over het mogelijke voordeel (bijv. dividend, verkoopwinst) dat dit je oplevert.
Opgelet!
Het salaris dat je ontvangt van die vennootschap of coöperatie valt in box 1!
Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
In box 3 betaal je belastingen over de waarde van je vermogen, verminderd met schulden; dit noemt men de grondslag sparen en beleggen. Voor de fiscus dekt de term “vermogen” bezittingen zoals spaargeld, aandelen, obligaties, een tweede woning, etc.
Heffingsvrij vermogen (2023)
|
Als je vermogen lager is dan het heffingsvrij vermogen, dan word je daarop niet belast in box 3. Zodra je vermogen hoger ligt dan het heffingsvrij vermogen, veronderstelt de Belastingdienst dat je een percentage aan rendement krijgt – een percentage dat stijgt met je inkomen (bijv. rente over spaargeld). Over dit rendement (“inkomsten uit vermogen”) moet je 30% belasting betalen.
Sinds 2023 geldt een nieuwe berekening voor de inkomstenbelasting over sparen en beleggen.
Spaargeld | 0,36% |
Beleggingen | 6,17% |
Schulden | 2,57% |
Heffingsvrije vermogen | €57.000 |
Tarief | 32% |
Aangifte inkomstenbelasting
De Belastingdienst stuurt je niet altijd een aangifteformulier op. Als je een bericht ontvangt, moet je de aangifte doen vóór de datum op het document. Je kunt eventueel uitstel vragen. Afhankelijk van het jaar waarover men aangifte doet, kan men de aangifte indienen via de app, het online formulier, een speciaal aangifteprogramma of op papier.
Heb je geen bericht gekregen?
Dan bestaat de kans dat je alsnog belastingaangifte moet doen. Dit is het geval wanneer je denkt dat je belasting terugkrijgt (meer dan €14), en wanneer je denkt dat je belasting moet bijbetalen (meer dan €45).
Heb je de aangifte te laat ingediend?
IIn dat geval krijg je eerst een herinnering en vervolgens een aanmaning (met vermelding van een nieuwe termijn) toegestuurd, gevolgd door een verzuimboete
Heb je de aangifte helemaal niet ingediend?
Dan maakt de Belastingdienst een schatting van je inkomen, en krijg je de aanslag samen met een verzuimboete. Tot slot kun je een vergrijpboete krijgen voor het opzettelijk onvolledig of verkeerd invullen van je aangifte.
Wat als een belastingplichtige overlijdt?
De kans bestaat dat de nabestaanden zich moeten bezighouden met de aangifte inkomstenbelasting, de voorlopige aanslag en/of eventuele toeslagen.
Wat als je tijdens het belastingjaar niet of slechts tijdelijk in Nederland woonde?
Woonde je tijdens het volledige belastingjaar niet in Nederland, maar was je wel belastingplichtig? Dan ben je een buitenlands belastingplichtige. Indien je een bericht van aangifte ontvangt en de speciale online procedure voor buitenlands belastingplichtigen niet volgt, dan kan je aangifte doen met een C-formulier.
Indien je gedurende een deel van het belastingjaar in Nederland woonde (omdat je bijv. immigreerde of emigreerde), dan kunt je de aangifte niet digitaal doen, maar wel met een M-formulier.
Ben je binnenlands belastingplichtig, maar woon je op het moment van aangifte niet in Nederland? En heb je een bericht van aangifte ontvangen, maar je maakt geen gebruik van de online aangifte voor binnenlands belastingplichtigen? Dan moet je de aangifte indienen met een P-formulier.
Aanslag inkomstenbelasting
Na aangifte stuurt de Belastingdienst je aanslag op. Als je meer betaalde dan het verschuldigde bedrag (bijv. omdat er te veel loonheffing werd ingehouden), dan wordt het resterende bedrag binnen een week na het ontvangen van de aanslag op je rekening gestort. Je ontvangt mogelijk belastingrente (zie onder). Als je te weinig hebt betaald (bijv. omdat de Belastingdienst nog geen weet had van andere inkomsten), dan moet je bijbetalen, mogelijk inclusief belastingrente (zie onder).
Er zijn verschillende soorten aanslagen:
Voorlopige aanslag
Soms krijg je deze na de aangifte, maar de voorlopige aanslag wordt niet altijd uitgereikt.
Definitieve aanslag
Na de eventuele voorlopige aanslag volgt de definitieve aanslag, die er meestal exact hetzelfde uitziet. Je krijgt de definitieve aanslag binnen drie jaar, te starten op 1 januari na het jaar waarover je aangifte doet.
Als de gegevens in de aangifte afwijken van de gegevens van de Belastingdienst, dan gaat de definitieve aanslag gepaard met een correctiebrief.
Indien je geen aangifte hebt gedaan, heet deze aanslag ambtshalve aanslag; je krijgt dan eveneens een verzuimboete opgelegd.
Navorderingsaanslag
De Belastingdienst stuurt een navorderingsaanslag uit als er te weinig belasting werd betaald. Mogelijk verhoogt men het verschuldigde bedrag met de belastingrente (zie onder). De navorderingsaanslag kan tot maximum 5 jaar na de afloop van het belastingjaar verstuurd worden. Voor inkomsten uit het buitenland ontvang je de aanslag maximum 12 jaar na de afloop van het belastingjaar.
Conserverende aanslag
Voor pensioen- of lijfrenteaanspraken bij een buitenlandse verzekeraar (“te conserveren inkomen”) krijg je een conserverende aanslag. Zodra de pensioen- of lijfrenteaanspraken worden afgekocht of vervreemd, moet je de belasting betalen.
Deze aanslag kan van toepassing zijn op immigranten, emigranten en zij die internationaal werken.
Aanslag voor de Zorgverzekeringswet
Iedereen die in Nederland woont of werkt moet een zorgverzekering afsluiten en een premie betalen aan de zorgverzekeraar. Deze wordt meestal betaald door jouzelf, je werkgever of de instelling die je uitkering uitbetaalt. De bijdrage hangt af van de hoogte van je inkomen.
Als je bijv. inkomsten hebt uit een onderneming of als zzp'er, dan krijg je mogelijk wel een aparte aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, naast je definitieve aanslag inkomstenbelasting.
Bezwaar
Je kunt tegen al de voorgaande aanslagen bezwaar maken, behalve tegen de voorlopige aanslag. Dit moet ten laatste zes weken na de datum van de aanslag gebeuren.
Belastingrente
Naast de bijdrage Zorgverzekeringswet, erfbelasting, vennootschapsbelasting, loonbelasting, btw, overdrachtsbelasting en dividendbelasting, kun je mogelijk belastingrente betalen of ontvangen voor je inkomstenbelasting. Je aanslag vermeldt duidelijk of dit van toepassing is op je persoonlijke situatie. De belastingrente bedraagt 4%, behalve op vennootschapsbelasting (8%).
Belastingrente betalen
Je betaalt geen belastingrente als je je aangifte indient voor 1 mei. Indien dit later gebeurt, of indien de Belastingdienst zich genoodzaakt ziet om af te wijken van je gegevens, dan moet je belastingrente betalen als de aanslag wordt opgelegd na 1 juli van het daaropvolgende belastingjaar. In dat geval betaal je rente op het bedrag dat je moet afdragen aan de Belastingdienst. Men berekent de rente over een periode die start op 1 juli en loopt tot zes weken na de datum vermeld op de aanslag.
Als het langer duurt dan drie maanden vooraleer de Belastingdienst je aanslag oplegt en ze wijkt niet af van je gegevens, dan berekent men de belastingrente over een periode van 19 weken (de 3 maanden die nodig waren om de aanslag op te leggen, aangevuld met zes weken voor de deadline van de aanslag in kwestie).
Voor navorderingsaanslagen berekent de Belastingdienst de rente over een periode die start op 1 juli na het jaar van aangifte, en die 1 maand na de betalingstermijn op de aanslag stopt.
Belastingrente ontvangen
Er zijn drie specifieke gevallen:
Bij het vaststellen van een aanslag
Je ontvangt belastingrente als je belasting terugkrijgt, als de Belastingdienst je gegevens niet wijzigde, als het na de ontvangst van de aangifte meer dan 13 weken duurde vooraleer ze de aanslag oplegde, EN als die oplegging gebeurde na 1 juli van het belastingjaar volgend op datgene waarover je aangifte deed.
De rente wordt berekend op een periode van 1 juli tot zes weken na de datum op de aanslag.
Ondernemers met gebroken boekjaren ontvangen rente als het na de ontvangst van de aangifte meer dan 13 weken duurde vooraleer de Belastingdienst de aanslag oplegde en deze oplegging zes maanden na het einde van het boekjaar gebeurde.
Als het belastingbedrag op een voorlopige aanslag op het verzoek van de belastingplichtige werd verminderd
Je ontvangt belastingrente als de Belastingdienst je gegevens niet wijzigde, als het na het verlagingsverzoek meer dan 8 weken duurde vooraleer het bedrag werd verlaagd, EN de vermindering gebeurt na 1 juli van het belastingjaar volgend op datgene waarover je aangifte deed.
Indien je belastingrente betaalde over een eerdere voorlopige aanslag, dan wordt de rente gedeeltelijk of volledig terugbetaald.
Als je na een bezwaarschrift minder moet betalen bij een definitieve aanslag of navorderingsaanslag
De Belastingdienst vergoedt in dit geval geen belastingrente, tenzij je voor de verminderde aanslag eerder belastingrente betaalde. In dat geval krijg je een deel van de belastingrente terug, in verhouding met het belastingbedrag dat je terugkrijgt.
Inkomstenbelasting voor ondernemers
Als ondernemer betaal je belasting op de winst die je bedrijf maakt. Om uit te maken of je een ondernemer bent of niet, kijkt de Belastingdienst na je aanmelding naar criteria als de zelfstandigheid van je bedrijf, de hoeveelheid opdrachtgevers en het aantal werkuren dat je eraan spendeert.
Naast winst uit ondernemingen en loon uit dienstbetrekking definieert de Belastingdienst ook nog inkomsten uit overige werkzaamheden, zoals gast doceren en freelance- en beroeps sportactiviteiten. Hierbij wordt de winst berekend zoals dat bij ondernemers gebeurt, maar je hebt in dit geval geen recht op bepaalde aftrekposten voor ondernemers, zoals de zelfstandigenaftrek of investeringsaftrek.
Als je daarentegen af en toe bijklust voor je familieleden, inkomsten heeft uit een hobby-activiteit of producten en/of service gratis aanbiedt, dan beschouwt de Belastingdienst je niet als ondernemer.
Als ondernemer bent je verplicht om je aangifte digitaal in te dienen. Ben je liever bezig met ondernemen dat al dat administratieve werk? Denk dan eens aan een boekhouder of accountant.
Heeft u hulp nodig bij uw boekhouding?
Vul het formulier in en wij weten direct wat uw onderneming nodig heeft. U ontvangt vervolgens 3 gratis offertes van ervaren boekhouders die precies bij u passen.