Vroeg of laat maken we allemaal wel eens een fout. Je favoriete boek, film of serie is geniaal omdat er eerst talloze irrelevante hoofdstukken en scènes sneuvelden op de montagevloer of schrijftafel. Allerlei briljante uitvindingen zagen het daglicht door een vergissing - denk maar aan de magnetron of printer - en werkten pas naar behoren zodra de makers alle onvolmaaktheden hadden weggewerkt.
Natuurlijk is het niet leuk om fouten te maken. Zelfs het meest onschuldige euvel kan een spiraal van negatieve emoties veroorzaken, van schaamte en twijfel tot frustratie, onzekerheid en spijt. Toch zijn fouten nodig om te groeien en om jouw talenten ten volle te ontplooien.
In dit artikel kom je te weten hoe je met beroepsfouten leert om te gaan (onze Eerste Hulp Bij Fouten), zodat je ze niet opnieuw maakt en op die manier jouw vakbekwaamheid nog meer verbetert. Ook vertellen we je waarom een positieve foutencultuur cruciaal is op kantoor, en hoe je faalangst aanpakt - zowel bij jezelf als bij je collega’s.
Waarom zijn fouten noodzakelijk?
In de comfortzone leer je weinig bij. Deze omgeving voelt vertrouwd aan, omdat de verscheidene vaste patronen je een houvast bieden; je kent deze opdrachten en weet hoe je ze moet uitvoeren. Op die manier krijg je echter geen ruimte om te groeien.
Wie wilt bijleren, moet namelijk nieuwe dingen leren en proberen - en fouten (durven) maken is een essentieel onderdeel van dat proces. Het is vooral belangrijk om gezond en constructief met die fouten om te gaan: aanvaard dat fouten een onvermijdelijke horde zijn in jouw leerproces, nodig om jouw vaardigheden en talenten te ontwikkelen.
Trial and error is immers nog altijd beter dan jezelf in je comfortzone te nestelen en je eindeloos af te vragen wat er zou kunnen gebeurd zijn als je de sprong wél had gewaagd.
Fouten versus overtredingen
Uiteraard is er een verschil tussen onbedoelde fouten en bewuste overtredingen. Fouten zijn cruciaal om bij te leren, maar een bewuste beslissing om zich niet aan de regels te houden is dat niet.
Eerste Hulp Bij Fouten: 5 tips
Fouten zijn dus onvermijdelijk, maar brengen desalniettemin een vervelend gevoel met zich mee. Deze vijf raadgevingen kunnen je helpen om krachtdadig om te gaan met een beroepsfout.
Tip #1: Probeer niet in paniek te geraken
Haal enkele keren diep adem en blijf kalm - een paniekaanval is volstrekt nutteloos. Durf jezelf te vergeven: aanvaard dat je een fout hebt gemaakt en begin vervolgens meteen na te denken over mogelijke oplossingen om die onjuistheid recht te zetten. Blijf niet te veel piekeren over de vergissing zelf, want dan zullen negatieve gedachten al snel de bovenhand nemen in je hoofd.
Tip #2: Handel onmiddellijk indien mogelijk
Als je meteen actie kunt ondernemen om de fout op te lossen, doe dat dan ook. Je kunt bijv. een e-mail met hoge urgentie sturen om een verkeerde bestelling te wijzigen of te annuleren.
Tip #3: Communiceer de fout meteen
Neem je verantwoordelijkheid en bespreek je fout onmiddellijk met je baas. Verontschuldig je, maar zorg ervoor dat je al wat oplossingen heeft voorbereid voordat je zijn of haar kantoor binnenstapt. Jouw baas zal waarderen dat je op een constructieve manier met jouw fout omgaat.
Tip #4: Blijf je niet verontschuldigen
Probeer zeker geen excuses of een zondebok te zoeken, te blijven herhalen dat het allemaal jouw schuld is en/of dat het je vreselijk spijt. Dit is niet alleen vervelend, maar brengt je ook geen stap dichter bij een oplossing.
Tip #5: Leer uit je fout
Identificeer de oorzaak van jouw misstap, zodat je er rekening mee kunt houden in de toekomst. Het is beter om fouten te maken en bij te leren, dan om dezelfde vergissing te blijven maken.
Een positieve foutencultuur
Verschillende werkplekken beschouwen fouten nog steeds als taboe: werknemers moeten fouten vooral krampachtig vermijden, waardoor ze eventuele vergissingen niet snel durven toegeven (en mogelijk alle plezier in het werk verliezen).
Een open foutencultuur kan efficiënter zijn: daarbij leert men fouten te aanvaarden en zijn of haar verantwoordelijkheid ervoor te nemen. Medewerkers zijn zich er dan van bewust dat fouten menselijk zijn en dus kunnen gebeuren. Dit creëert een overheersend gevoel van alertheid en concentratie.
Gebeurt er een fout? Focus op de oorzaak en niet op de dader: “Wat ging er mis en wat kunnen we hier als team uit leren, zodat we diezelfde fout niet opnieuw maken?” Geef de medewerker in kwestie een blijk van waardering wanneer hij of zij deze misstap op een efficiënte manier oplost.
Opgelet!
De open foutencultuur werkt alleen als alle lagen van het bedrijf actief deelnemen. Ook het management en de bestuursleden moeten dus hun fouten durven toegeven - dat geeft het goede voorbeeld aan de andere medewerkers.
Faalangst op het werk
Mensen met faalangst zijn bang om fouten te maken en om de verwachtingen (van henzelf of van anderen) niet in te lossen. Vaak is dit gekoppeld aan een negatief zelfbeeld en een gebrek aan zelfvertrouwen: “Ik zal dit nooit kunnen, want ik ben toch niet bekwaam genoeg”.
Deze angst kan zich op diverse manieren uiten. Sommige personen met faalangst zijn zo bang om een fout te maken dat ze een moeilijk project zullen blijven uitstellen of nieuwe uitdagingen zullen vermijden, waardoor ze hun talent niet optimaal kunnen benutten (passieve faalangst). Anderen zullen dan weer zoveel werk en energie in diezelfde opdracht steken dat het leidt tot ongezonde stress en mentale uitputting (actieve faalangst).
Heb jij faalangst?
Bewustwording is essentieel: als je weet dat je faalangst heeft, kunt je leren om ermee om te gaan.
Stel jezelf allereerst de volgende vraag: “Wat is het ergste dat er kan gebeuren als ik een fout maak?” Dit helpt je om het betreffende project te relativeren. Bedenk ook wat je zou zeggen aan een goede vriend(in) als hij of zij met faalangst zou worstelen; vaak zijn we milder voor anderen dan voor onszelf.
Focus niet op het eindresultaat en de beoordeling, maar op de voorbereiding; dat aspect kun je immers controleren (“Ik heb me goed voorbereid, dus ik ben er klaar voor”). Deel overweldigende taken op in deelopdrachten, zodat je ze één voor één kunt afvinken en zo het overzicht bewaart. Leg de lat daarbij niet te hoog voor jezelf, want té strenge eisen werken verlammend: je gaat er dan al op voorhand van uit dat je gaat falen, wat je werkproces negatief beïnvloedt.
Wanneer er op de Grote Dag toch iets fout gaat, probeer dan om rustig te blijven. Focus op jouw positieve eigenschappen, die je in het verleden al geholpen hebben om opdrachten succesvol uit te voeren (“Het is me al eerder gelukt, dus nu zal het ook wel in orde komen”).
Heb je een project tot een goed einde gebracht? Durf dan trots te zijn op jezelf: je hebt niet “gewoon” geluk gehad. Laat je zelfwaardering afhangen van jezelf, niet van de complimenten van anderen.
Zorg er ook voor dat je voldoende ontspant. Kom je helemaal tot rust met een goed boek, een verkwikkend bad of een lange boswandeling? Iedereen heeft een persoonlijk recept om stress te verminderen, en je mag daar royale porties van nemen.
Dit is uiteraard een proces van vallen en opstaan. Faalangst is een vorm van aangeleerd gedrag dat soms diepgewortelde oorzaken heeft; het zal wellicht niet op enkele weken tijd op magische wijze verdwijnen. Je kunt echter wel leren om het te controleren, zodat het jouw leven niet (meer) beheerst.
Heeft je collega faalangst?
Vertel je collega met faalangst zeker niet dat hij of zij zich aanstelt, ook al denk je dat die persoon van een mug een olifant maakt. Bied hem of haar jouw hulp aan: vraag waar hij of zij zo bang voor is en hoe jij daar iets aan kunt doen.
Zo maak je het onderwerp “faalangst” bespreekbaar en een onderdeel van de positieve foutencultuur (zie eerder). Vertel je collega dat hij of zij niet de enige is met faalangst, en dat fouten een onvermijdelijk obstakel zijn richting persoonlijke groei.
Geef realistische verwachtingen aan voor de uitkomst van het project en relativeer de gevolgen; dat zal bij je collega al wat stress wegnemen. Benadruk ook zijn of haar positieve kanten: constructieve kritiek is gezond, maar focus ook op de dingen die ze goed doen, of uitstekende prestaties die ze eerder leverden.
Verdiep je ook in wat vakliteratuur over faalangst: hoe meer je erover weet, hoe beter je het bij jouw medemensen kunt herkennen - en hoe beter je hen kunt helpen om ermee om te gaan.