Deze derde dinsdag van september 2020 verliep anders dan normaal, zonder gouden koets en zonder publiek.

Ondanks het coronavirus was het een interessante dag. De regering maakte de belastingplannen bekend voor 2021, welke relevant zijn voor de belastingbetaler.

De volgende relevante wijzigingen zijn doorgevoerd:

Wijziging Inkomstenbelasting

Box 1: belastingtarieven per 2021

In 2020 is box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) onderverdeeld in 2 schijven in plaats van 3 in 2019. Op dat moment zijn ook de belastingtarieven voor zowel 2020 als 2021 vast gelegd. Per 2021 wordt het tarief inkomstenbelasting, tot een inkomen van 68.507 bruto, dan ook verlaagd van 37,35% naar 37,10%.
Let wel op: dit geldt voor belastingplichtigen jonger dan de AOW-leeftijd.

Ook in box 2 (belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang) vindt er een wijziging plaats. Dit tarief van de inkomstenbelasting wordt verhoogd van 26,25% naar 26,9%.

Daarnaast wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd. Vorig jaar is besloten deze vanaf 2020 stapsgewijs te verlagen van €7.030 naar €5.000 in 2028 en ziet er vooralsnog zo uit:

Grafiek: Verlaging zelfstandigenaftrek

Echter wordt er in de media gesproken van een snellere verlaging, namelijk een verlaging naar €3.240. De reden voor deze maatregel is de hervorming van de arbeidsmarkt, om zo de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers te verkleinen. Hiertegenover staat een verhoging van de arbeidskorting voor werkenden.

In 2021 zullen de kleinere spaarders er op vooruit gaan. In box 3 (belastbaar inkomen uit sparen en beleggen) wordt het heffingsvrij vermogen verhoogt van €30.846 tot €50.000 per persoon.

Het kabinet onderzoekt momenteel mogelijkheden om het box 3-stelsel aan te passen in verband met de lage rentes op spaarrekeningen, maar voor verdere herstructurering is meer tijd nodig. Om alsnog een deel van de spaarders en kleinere beleggers tegemoet te komen wordt dus het heffingsvrij vermogen verhoogd.

Afschaffing overdrachtsbelasting

De overdrachtsbelasting zal worden afgeschaft in 2021. De overdrachtsbelasting bedraagt momenteel 2% over de waarde van de woning en wordt per 2021 verlaagd naar 0%. Goed nieuws dus voor starters onder de 35 die hun eerste huis willen kopen. Het aankopen van een eerste woning wordt hierdoor namelijk voordeliger.

In contrast met de verlaging, wordt de overdrachtsbelasting voor beleggers in vastgoed echter verhoogt van 6% naar 8%, in plaats van de eerder verwachtte 7%. 

Hierdoor wordt een koopwoning aantrekkelijker voor starters en het aankopen van woningen als investering door particulieren minder aantrekkelijk.

Wijziging Vennootschapsbelasting

Zoals afgesproken in 2020, zou in 2021 het tarief vennootschapsbelasting worden verlaagd binnen zowel de eerste als tweede schijf. De afspraak in het Regeerakkoord was dat het hoge tarief van de vennootschapsbelasting omlaag zou gaan van 25% naar 21%, om onder andere de internationale concurrentiepositie van bedrijven te verbeteren. 

De verlaging in de eerste schijf van 16,5% naar 15% gaat door, waarbij de grens van de schijf wordt verhoogd van €200.00 naar €400.000. Voor grotere bedrijven met een winst boven deze €400.000 euro, blijft het tarief 25% in 2021, in plaats van de geplande verlaging naar 21,7%.

Ter compensatie voor het schrappen van de verlaging van het vennootschapsbelastingtarief voor grotere bedrijven, zal er een extra investeringsaftrek komen. Het betreft de baangerelateerde investeringsaftrek (BIK) waarmee ondernemingen kunnen korten op loonheffingen.

Inhoud