Navigatie
Wie betaalt de bankenbelasting?
Berekening
Rekenvoorbeeld (2019)
Aangifte
Opbrengst |
Met de bankenbelasting wil de overheid kredietinstellingen stimuleren om meer te kiezen voor langlopende financieringen. Kortlopende financieringen zijn aantrekkelijker vanwege hun lage rentevoet, maar hun populariteit zorgde ervoor dat de overheid tijdens de kredietcrisis diep in de schatkist moest graaien om noodlijdende banken te helpen.
Op die manier probeert de overheid met de bankenbelasting een zekere stabiliteit te garanderen en bij te dragen aan een gezonder financieel klimaat, zodat bij een eventuele volgende crisis de financiële risico’s voor de banken en de maatschappij beperkt blijven.
Vind hier jouw boekhouder
Wie betaalt de bankenbelasting?
De regel geldt voor alle banken die van De Nederlandsche Bank (DNB) een bankvergunning krijgen, en voor Europese banken met Nederlandse vestigingen.
Berekening
Het startpunt van de berekening is het balanstotaal of het geconsolideerde balanstotaal (als een bank bijv. dochtermaatschappijen heeft). Dat wordt vervolgens verminderd met de volgende bedragen:
- het toetsingsvermogen (het eigen kapitaal waarmee de bank verliezen kan opvangen);
- gedekte deposito’s (geld dat men bij de bank in bewaring gaf onder een depositostelsel; als een bank failliet gaat, garandeert deze constructie – onder voorwaarden – een vergoeding van max. €100.000 per rekeninghouder per bank); en
- de passiva van het verzekeringsbedrijf. |
Het resultaat van die bewerking is de belastbare som. De bankenbelasting geldt niet op belastbare sommen die lager zijn dan €20,9 miljard (de doelmatigheidsvrijstelling), dus dat bedrag moet men aftrekken van de belastbare som. Zo komt men uit op het belastbaar bedrag.
Vervolgens past men de twee verschillende tarieven van de kortlopende en de langlopende schulden toe op het belastbaar bedrag:
Kortlopende schulden (looptijd < 1 jaar) |
0,044% |
Langlopende schulden (looptijd > 1 jaar) |
0,022% |
Deze berekening resulteert in het subtotaal. Daarna moet men kijken naar variabele beloningen (bonussen) van de bestuurders van de belastingplichtige. Als minstens één bestuurder een bonus ontvangt die meer dan 25% hoger ligt dan zijn/haar loon, dan dient men het eerder verkregen subtotaal te vermenigvuldigen met 1,1. Met deze maatregel hoopt de overheid om de buitensporige bonussen in de financiële wereld in te perken.
Rekenvoorbeeld (2022)
BALANSTOTAAL |
|
€250 miljard |
|
- TOETSINGSVERMOGEN |
- €12 miljard |
|
- GEDEKTE DEPOSITO’S |
- €43 miljard |
|
- PASSIVA VAN VERZEKERINGSBEDRIJF |
- €25 miljard |
BELASTBARE SOM |
|
€170 miljard |
|
- DOELMATIGHEIDSVRIJSTELLING |
- €20,9 miljard |
BELASTBAAR BEDRAG |
|
€149,1 miljard |
|
HEFFING OP KORTLOPENDE SCHULDEN
Kortlopende schulden: €55 miljard
Belastbaar bedrag x kortlopende schulden/totaal aantal schulden x tarief kortlopende schulden
€149,1 miljard x €55 miljard/€200 miljard x 0,00044 = €18.041.100 |
€18.041.100 |
|
+ HEFFING OP LANGLOPENDE SCHULDEN
Langlopende schulden: €145 miljard
Belastbaar bedrag x langlopende schulden/totaal aantal schulden x tarief langlopende schulden
€149,1 miljard x €145 miljard/€200 miljard x 0,00022 = €23.781.450 |
+ €23.781.450 |
SUBTOTAAL BANKENBELASTING |
|
€41.822.550 |
|
Minstens één bestuurder ontvangt een bonus die meer dan 25% bedraagt van zijn/haar loon
Subtotaal bankenbelasting x 1,1
€41.822.550 x 1,1 = €46.004.805 |
x 1,1 |
TOTAAL TE BETALEN BANKENBELASTING |
|
€46.004.805 |
Opmerking
Als de belastingplichtige ook in aanmerking komt voor het betalen van buitenlandse bankenbelasting, dan wordt dat bedrag genoteerd in een aparte bijlage en afgetrokken van het subtotaal. |
Aangifte
De belastingplichtige vult de aangifte online in, drukt het formulier af en stuurt een ondertekend exemplaar naar de Belastingdienst (afdeling Centraal administratieve processen) in Apeldoorn. Zodra de (geconsolideerde) balans is opgemaakt, heeft de belastingplichtige tien maanden tijd om de aangifte in te dienen.
Opbrengst
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek leverde de bankenbelasting in 2017 €948 miljoen op - een stijging van bijna 3% ten opzichte van 2016 (€921 miljoen).
Vind hier jouw boekhouder
Verwante termen
Vennootschapsbelasting